Links of rechts loopt er in dit landje wellicht wel iemand rond, die helemaal thuis is in de Hongaarse folkmuziek, maar ik denk wel dat we, algemeen gesproken, mogen zeggen dat we meer vertrouwd zijn met de Oost-Afrikaanse dan met de Oost-Europese muziek, wat enigszins vreemd kan overkomen, maar wellicht door een of ander element uit ons verleden verklaard kan worden.

Soit, ik krijg dezer dagen de gelegenheid mij wat in te werken in het oeuvre van het 45-jarige multitalent Agi of Agnes Herczku uit Budapest. In eigen land -en de wat bredere omgeving, is zij al een heuse ster en dat ze dat geworden is, heeft allicht te maken met het gezin waarin ze opgroeide: mama was volksdanser en oma, van Transsylvanische komaf, hield niet op met het zingen van (kinder)liedjes uit haar eigen jeugd, zodat kleine Agnes algauw in de volksmuziek ondergedompeld werd. Nochtans deed ze eerst aan ballet -ze schopte het zelfs zover, dat ze toegelaten werd tot het Honved ballet en tussendoor ook nog geschiedenis en muziekpedagogie studeerde. Zingen bleef echter haar grote passie en zij ging onvermoeibaar op zoek naar oude volksliederen, die ze dan herinterpreteerde. Dat leidde in 1998 tot een eerste prijs bij Radio Bartok en een jaar later een “discovery of the year”-bekroning bij de Hongaarse Staatsradio, wat de voorbode was van een grote stap, die ze in 2003 zette, toen ze inging op de uitnodiging om lid te worden van het “Hungarian State Folk Ensemble”: vanaf dan werd ze full time zangeres en kon ze zich wijden aan het ontdekken van verschillende genres, gaande van folk en world over jazz en pop. Haar plaat “Bandázom” schopte het tot de subtop van de Europese World Music Charts en lanceerde eigenlijk haar internationale doorbraak, met onder andere een plaats op de affiche van Womex.

In de loop der jaren bracht ze zo al een klein dozijn platen uit en ontmoette ze onderweg ook multi-instrumentalist Parov Nikola, die haar partner werd, zowel in de muziek als in de liefde. Hij speelt vandaag een redelijk belangrijke rol in deze plaat: hij is van Bulgaarse origine en brengt dus een aantal elementen uit zijn land van oorsprong mee, zodat je op deze plaat een heel fijne mix krijgt van allerlei hedendaagse folkvormen uit Oost-Europa: Hongarije en Bulgarije, natuurlijk, maar ook Kroatië en Slovakije passeren de revue en, met inbreng van onder andere de stem van Szilvia Bognar en de dansende violen van Barbara Kuczera en Máte Vizéli zorgen zij voor een fijn menu, waarin zowel bijna klassieke stukken kamermuziek afgewisseld worden met ronduit feestelijke trouwpartijmuziek als “Zsipizsebkendo” of het naar Griekenland neigende hoogtepunt van de plaat, “Snznosti”. Voor mij is dit de kennismaking met een geweldige zangeres, die omringd wordt door topmuzikanten, die een hele scala van mij onbekende muziek presenteren. Dat is nu precies waar het om draait in deze branche: het ontdekken van nieuwe dingen en dit is zo’n top-ontdekking !

(Dani Heyvaert)